Categorieën
Poëzie

naast de tijd


ik sta er naast

naast de tijd
zie hem gaan, kijk hem aan
cirkel rond, gezeten
ik wacht op een moment
zijn moment, zijn wezen
tot ik aan kan haken
staand of lopend, gezeten
ik wens, ik wil
me laten voeren
langs zijn kades
met zijn water
aan de rand, de oever
sta ik stil, zie hem gaan
cirkel rond, niets
voorbij
Den Andel, maart 2013
Categorieën
Poëzie

ik zie de wind

de kwelder lonkt, de polder pronkt

de zee zingt zoet gestemd

een noordenwind strijkt klanken

op dijken strak gesnaard

 

ik hoor het lied, ik zie het lied

een lichtblauw wit met groen

ik ben er niet, ik hoor het toch

zie klanken met mijn ogen 

 

water stroomt, ik ruik het zout

wier danst in mijn hoofd

op het zandvlak in de verte

zie ik nog steeds de wind

 

 

Den Andel, februari 2013

Categorieën
Poëzie

een nee

ik fluisterde een enkel woord
een woord als vraag bedoeld
ik wachtte op het antwoord
maar stilte werd mijn deel

nog eens sprak ik zacht

ik voegde woorden toe
vragend uitgesproken
niets kwam terug

harder sprak ik nu

harder, niet te luid
maar het zwijgen van daarnet
volharde wederom

ik verhief mijn stem, met moed belegd

nog steeds dezelfde vraag
het was veeleer een roepen
’t was doofheid wat ik trof

ik schreeuwde toen, hard en vol

een vraag die antwoord eist
maar het enige dat kwam
was de galm van mijn stem

ik heb het zwijgen vlug bijeengeraapt

ik laat het rijpen in mijn hoofd
ook de stilte kan een antwoord zijn
ik vrees althans een nee


Den Andel, februari 2013

 
Categorieën
Poëzie

Nieuwe koers

nieuwe koers, kerend schip
vol levenslust geladen
in de verte deint
een nieuw begin
op kalme zeeballades
de bestemming biedt
vertrouwd decor
gebouwd op vele jaren
betreed het land
nog ongerept
omringd door al het oude
witte toppen, zwarte dalen
wolken blauw en donkergrijs

wees stil nu, luister goed
op de bastoon van de zee
klinkt een rustig welkomstlied

Ter gelegenheid van een afscheid

Den Andel, december 2012

Categorieën
Poëzie

Stilstand

ik zag hem lopen, kromgebogen
in zijn grijze pij van wol
ernstig stoffig zuur
keek hij eisend op mij neer 
zijn hoofd bewoog
van links naar rechts
van rechts naar links en terug
een langzaam nee, nee, nee
een vinger kroop
uit zijn pij vol stof
daarna de hand, de arm
de vinger stond op

bewoog in het vlak
lippen dansten, geen geluid
de ogen klein geknepen

de arm, de hand

de vinger
slopen terug
in de pij van stof

als een oude man, sloffend

hernam hij zijn trage gang
stroef, want hij hield
een voet op de rem

Den Andel, november 2012