Hij komt van over de grens
Een goed gehoor, snel van tred
Grijs de vacht en geel de ogen
Kaken om te scheuren
Met de dag komt hij dichterbij
Boeren blikken naar het oosten
Een oude duivel, grijze demon
Wars van mededogen
Bescherm de bonte kalven
Bewaak de lamme schapen
Sluit de deuren en de luiken
Het huilen komt nabij
Straks schuilt hij weer in ’t lover
Alfa, bèta, roedeldier
De mensenangst zit vast en diep
Voor deze grauwe hondse rover
Hij was met vuur verbannen
Met stok verjaagd, verdoemd, vervloekt
Nu keert hij terug, in zijn bek de wet
Wie weet, hoe zijn gemoed zal zijn?
Maar grootmoe heeft haar houten huis
in ’t bos allang verlaten
Opgeslokt door grijs beton
Vensterbanknatuur
En op de paden van het duistere bos
is geen rood kapje meer te zien
Veel te eng zo alleen te gaan
Verziekt de medemens
Kom maar hier, grijze wolf
Kom naar Nederland
Speel je rol vol dramatiek
Schud oude angsten los
Smeed een band met de grote vorst
De koning van het meer
Samen heersen, land en lucht
Verdeel de buit met vereende kracht
(uit de cyclus ‘Zinnen Verzetten’)
Lauwersoog/Den Andel, september 2011