Categorieën
Muziek Poëzie

Mud, Blood ’n Rain

Last night in bed
You said that awful red
Needs to take a bullet
A  bullet in the head

Mud blood ’n rain
I think you’re insane
You admitted that you did it
And you hit him with no shame

Now you’re on the run
After firing that gun
Police is out to get you
You know that ain’t no fun

Mud blood ’n rain
I think you’re insane
You admitted that you did it
And you hit him with no shame

The judge from the start
Came on you real hard
Now you spend your life in prison
‘Cause you played that deadly card

Mud blood ’n rain
I think you’re insane
You admitted that you did it
And you hit him with no shame

Mud blood ’n rain
I think you’re insane
You admitted that you did it
And you hit him with no shame

You admitted that you did it
And you hit him with no shame

Den Andel, november 2023

Categorieën
Poëzie

Murder of Crows

Listen to the crows
That murder of crows
And listen carefully:
It’s not just noise they’re making –
They talk
They talk about you, they talk about me
They talk about us

Sometimes they fall silent
And listen to your heart
To your thoughts, the chaos in your brain
They see your gestures, a nod,
The anger or love in your eyes

Your smiles and tears
Your hopes and fears
Are never a secret
For that murder of crows –
That murder of crows

They don’t just listen
They don’t just look:
Like ancient gods they judge
They judge your deeds
They judge your actions
They judge your mood, your wits, your mind

That murder of crows:
The court of your soul

Den Andel, september 2023

Categorieën
Poëzie

Tijd

Ik zie mijn handen:
Licht gebruind, niet de jongste
Littekens – een oude snijwond,
Een schroeiwond:
Iets met een hete motor van een maaier

Ik zie ringen:
Een feest in negen en negentig
Een feest in tweeduizend drie
En nog een derde – markerende symboliek,
Oude haltes op de tijdlijn
Tezamen met de wonden:
Ooit gaaf en glad, nu putjes en krassen

Ik sta stil en zie mijn handen
En kijk terug langs het lange spoor
Ik stel die oude vraag:
Hoe ging het zo snel voorbij?
Waar is de tijd gebleven?
Decennia ging ik vooruit, in het nu
Rijdend op de tijd, van halte tot halte
Station to station
Alsmaar door

Ik sta stil en kijk terug
En ik zie waar verloren tijd is te vinden:
De zandloper staat stevig
Met onderin de basis, de vervlogen jaren

Ik kijk beter en zie ook:
De tijd glijdt voort
Genadeloos –
Steeds minder korrels te gaan

De tijd glijdt voort – voort zolang het duurt
In de hoop, met de wens
Dat ik nog lang kan bouwen
Op en aan de basis

Den Andel, september 2022

(Dit gedicht is eerder verschenen als onderdeel van de gastcolumn ‘Tijd’ op de website van Bert Koster)

Categorieën
Muziek Poëzie Verhalen

Foleor van Steenbergen

Afgelopen week ontvingen we het treurige bericht dat Roelof Hartholt, alias Foleor van Steenbergen, is overleden. Foleor profileerde zich als ’toondichter’. Hij was een klassiek geschoolde klavierman, voor wie het harmonium, de piano of het keyboard geen geheimen kende. Hij combineerde zijn muziekspel met het voordragen van zijn eigenzinnige poëzie, die hij op handgeschreven briefjes uit zijn kleding tevoorschijn toverde. Hij was een flamboyante romanticus, die niet te beroerd was om met woorden links en rechts een heilig huisje neer te halen als het hem uitkwam. Als hij verwarring kon zaaien, was hij in zijn element. Zijn voorliefde voor oude Britse auto’s ontging niemand. Gezeten in een Jaguar was hij bovenal een heer. Hij leefde zichzelf, hij ademde zichzelf: hij was een ware kunstenaar in hart en nieren. Hij woonde in Boerakker, op een terrein – zo (s)telde hij zelf – met duizend bomen.

Foleor van Steenbergen, in een kerstperiode op Andledon

Ik leerde Foleor kennen in de stad Groningen, in 2011. De exacte datum kan ik nog achterhalen, want de ontmoeting gaf me aanleiding die wereldkundig te maken via Twitter:

De bewuste vrijdag was de 30e september 2011. In galerie Forma Aktua aan de Nieuwstad in Groningen vond toen de presentatie plaats van een bundel met werk van negen dichters en drie fotografen. De galerie was opgenomen in het satellietprogramma van de fotomanifestatie Noorderlicht, en met de bundel werd het dertigjarige bestaan van de galerie gevierd. In de tweet refereerde ik aan het allereerste ‘Dichters op het Erf’ poëziefestival, op Cultuurerf Andledon georganiseerd. Verward als ik mogelijk was door de ontmoeting, twitterde ik prompt de datum verkeerd: dat had 15 juli 2012 moeten zijn.

De opzet van de gepresenteerde bundel was dat negen dichters van te voren een foto toegestuurd kregen, waarbij dan een gedicht moest worden geschreven. Het betrof een initiatief van onder meer Paul Borggreve. Ik heb gezocht, maar heb de foto niet terug kunnen vinden. Wel weet ik nog dat de foto wekenlang op mijn werkkamer op Andledon heeft gehangen, zodat ik er elke dag naar kon kijken voor de broodnodige inspiratie. Dat viel nog niet mee. Op de foto waren, ietwat wazig, een aantal mensen te zien bij een deuropening. Aangezien de bundel dertig jaar Forma Aktua betrof, kon ik ervan uitgaan dat de foto in de galerie genomen was. Eén mensfiguur viel met name op: een grote kerel met een kenmerkende baard, die – in ieder geval in mijn herinnering – voorzien was van klassieke schildersbaret. Ik kende hem niet. De mensen om hem heen leken zich gretig te laven aan zijn centrale aanwezigheid. Ze lachtten of keken speels en guitig.

Ik stelde me zo voor dat de man met de baard het middelpunt was van een levendige conversatie over kunst of iets anders, waarbij de foto ooit was genomen bij een opening van een expositie in Forma Aktua. Misschien was de man met de baard wel de kunstenaar wiens werk centraal stond in die expositie. Geen idee: ik moest als dichter roeien met de fotografische riemen die me werden aangereikt. In mijn worsteling dacht ik: had ik maar een foto van een object gekregen. Dan was ik er snel uitgekomen. Maar ik moest het doen met een foto van mensen, mensen die ik niet kende. Zelf was ik nog nooit in Forma Aktua geweest, tot de bundelpresentatie.

Mijn gedicht, afgerond op 5 september 2011, ligt nog wel in mijn archief. Het is getiteld ‘Kletsen: geen kunst’ en het luidt als volgt:

“Kunst. Wie er zelf niets van bakt, praat gretig gulzig met gans het lijf
met lieden wier vragen verhullen, dat een leegte hen verscheurt

Kunst is alchemie
De kunstenaar, de ware dan, kneedt kiezels, korrels, brokken steen
tot ronde gouden parels
Volgens welk recept, dat weet geeneen, ook de kunstenaar zal zwijgen
Oprecht gezien, een onbenul: de ware kunstenaar

Wie hem hongerig vraagt naar de herrekomst
van het beeld, de vorm, het vers
zal snel zijn ware aard herkennen

De kunstenaar, het holle vat, zal omstandig breeduit kletsen
hij weet het goed, ’t is rationeel
hij doet het zonder muze

De kunstenaar, de ware dan, zal stotteren, hakkelen, zwijgen
hij weet het niet, het is magie
hij eert verstild zijn muze

Bij vernissage, of andere start, is hij vooral gebaat
bij kruidig converseren
over het klotenweer, de vossenstand
of de toestand in het buitenland”

In mijn dichterlijke gedachten kon het met de man-met-baard twee kanten opgaan: hij was het breeduit kletsende holle vat zonder muze, of de hakkelende ware kunstenaar die ook niet weet wat hem overkomt. Op de avond van de bundelpresentatie, waarbij de deelnemende dichters hun werk ten gehore zouden brengen, schrok ik zowaar bij binnenkomst. De man-met-baard bleek aanwezig, en een naam te hebben: Foleor van Steenbergen. Wat als hij een typisch hol vat zou blijken te zijn? Het had dan zowaar nog een hele bijzondere avond kunnen worden.

Foleor in actie tijdens een after party na een kunstmanifestatie op Andledon

Ik heb die avond, noch later, niet goed kunnen peilen wat Foleor van het gedicht vond. Mogelijk had hij er geen bijzondere gedachten bij en vatte hij het geenszins op als een focus op de man-met-baard. Wel durf ik, na zo’n tien jaar, de balans op te maken. Hoewel ik hem de laatste jaren niet meer heb gesproken, heb ik hem na het eerste handen schudden in Forma Aktua vele malen getroffen op Andledon, zowel als toondichter als gast. Ook daarbuiten kruisten onze wegen, op de meest uiteenlopende poëziebijeenkomsten die elders werden georganiseerd.

Ik gaf het aan het begin al weg: Foleor was een waar kunstenaar, een man die het kunstenaarschap niet als beroep had gekozen, maar simpel doch rijk als kunstenaar leefde. Hij was verre van een hol vat, maar zeker ook geen onzekere hakkelaar. Hij kon breeduit kletsen over het klotenweer, de vossenstand – of de toestand in het buitenland. En bewezen is dat hij beschikte over muzen, die hij gematerialiseerd en wel meenam op toertochten en optredens.

In een oude Jag met engelenvleugels ben je nu op reis. Foleor: het ga je goed!

Gritter

Categorieën
Muziek Poëzie

Andledon Adventskalender

Vandaag (1 december) start de Andledon Adventskalender! Iedere dag tot en met 24 december zal ik op het YouTube-kanaal van Cultuurerf Andledon de voordracht van een gedicht of de uitvoering van een liedje plaatsen. De minifilmpjes komen steeds om 20:00 beschikbaar.

Klik HIER voor toegang tot het YouTube-kanaal van Cultuurerf Andledon!

Den Andel, december 2020