Lange weg lage zon
Lege kruinen kale takken
Bomensliert sluitertijd
Fotoflits fotoflits
Lonely Boulevard
Den Andel, februari 2012
Dit gedicht maakt deel uit van de reeks “Andelster Gedichten”
Lange weg lage zon
Lege kruinen kale takken
Bomensliert sluitertijd
Fotoflits fotoflits
Lonely Boulevard
Den Andel, februari 2012
Dit gedicht maakt deel uit van de reeks “Andelster Gedichten”
Het donker dooft
een laatste licht
Zonnestralen zinken
sissend in de nacht
Het duister schept leegte
Niets verlaat zijn greep
Niets om de mens te leiden
Langs de lanen naar het licht
Door vrees bevangen wacht de mens
op een hand, een halm, een teken
Radeloos, ontredderd
schuilt de soort in zichzelf
Geen bel die redt
Geen levenslijn
Geen redder belt
Geen medicijn
Mens, sta op
Drink de zwarte inkt
Ga uit en zoek de lijnen zelf
waarlangs het leven valt te leiden
Vind de roodborst langs het pad
daarbuiten in de struiken
hij toont u krekels kleurenrijk
ze lachen, dansen, zingen
Vind houvast in de werken
In de vormen, in de diepte
Tref de krekel die u zoekt
die ontroert, en verbindt
Rode borst, schenk de soort
hoop als tranen dalen
Toon de mens de krekels
die hem voeren uit de nacht
Dit gedicht is op 8 januari 2012 voorgedragen tijdens de opening van de expositie ‘… and we call her hope’ rondom werk van Jans Muskee, Marian Mijnhardt en Trijn Romein in Kunstgalerie Galhant te Leens. Zie ook dit bericht.
Den Andel, januari 2012
Lobbig stond het water
in de roestvrij stalen bak
Dichtgeslibd de buissifon
Het waterslot gesloten
Gepild de witte zwanenhals
Door varkensvet gestopt
Zonder dwang, geleidelijk
In U-bocht afgezet
Klemafdichting vormring
Schroefafsluiter buis
Afvoergoot rubberring
Tapschroef gootsteenzeef
Zwanenzang, lage toon
vlak voor de laatste drup
Volgelopen, afgesloten
Het zwanenmeer oogt vet
Stoma van de stankafsluit
Rond en enkelloops
Zwanenhals, glanzend slank
Afvoer van het vet
Gootsteenzeef vormring
Klemafdichting buis
Rubberring tapschroef
Schroefafsluiter afvoergoot
Dit gedicht maakt deel uit van de cyclus “Klusgedichten”.
Den Andel, december 2011
Gehavend hing de wartelmoer
op de deksel van de kraan
Kapotgebeukt, na achttien jaar
verwoest door waterdruk
Gemarteld was de wartelmoer
Gruw’lijk grof geschonden
Losgescheurd, ruw gerand
Verloren vlotterkraan
Aansluitrubber sierkap
Kraandeksel vlotter
Dempplaatje hefboom
Kleprubber wartelmoer
Vastgeschroefd aan waterbuis
was de vlotterkraan beklemd
Hangend in een natte cel
zonder spoor van buitenlicht
Gierend huilend waterval
Klaagzang van de kraan
Voorgoed vergane plastic stop
Dienstig aards bestaan
Aansluitrubber hefboom
Dempplaatje vlotter
Kraandeksel wartelmoer
Kleprubber sierkap
Dit gedicht maakt deel uit van de cyclus “Klusgedichten”.
Den Andel, december 2011
We moeten de winter nog beleven, maar mijn hoofd is al weer vol van zomergroen, bloesemgeur en zonnebrand. De reden is, dat langzaamaan de contouren zichtbaar worden van een volgend voordrachtproject: Dichters op het Erf. In zekere zin de opvolger van Stuurloos (2009), Heft in Handen (Poëzieavond Zuidhorn) (2011) en Zinnen Verzetten (eerste editie: 2011).
Dichters op het Erf zal op zondagmiddag 15 juli 2012 plaatsvinden in de tuin en de bijgebouwen van onze woonstee in Den Andel. Momenteel zijn we bezig dit deel van onze stek om te vormen tot Cultuurerf, dat ruimte gaat bieden – en reeds heeft geboden – aan activiteiten rondom Kunst en Cultuur.
Het Cultuurerf, vanuit Zeearendsperspectief
Tijdens Dichters op het Erf zullen daartoe uitgenodigde dichters vaste voordrachtplekken bezetten op het Cultuurerf. Momenteel ben ik doende de juiste dichter(es) op de juiste plek te plaatsen. Zo hebben we de Vertelhut en de Voormalige Varkensstal, alsook Het Bos, Het Prieel en de Pizzaoven, en Het Kippenhok en De Walnootboom. De dichters dragen voor op vaste tijdstippen, het publiek wandelt rond en hoort hen aan. Afwisseling wordt geboden door muziek. Zelf zal ik als Gastheer-Dichter óf een plek bezetten, óf als Vliegende Voordrager vrije wandelaars op de nek springen met gedichten uit de cyclus Andelster Gedichten.
En de namen dan? Die houd ik nog even onder mij. Zo blijft de boog gespannen, in zowel het komende winterweer, als het latere voorjaarsverlangen.
Den Andel, november 2011