Gehavend hing de wartelmoer
op de deksel van de kraan
Kapotgebeukt, na achttien jaar
verwoest door waterdruk
Gemarteld was de wartelmoer
Gruw’lijk grof geschonden
Losgescheurd, ruw gerand
Verloren vlotterkraan
Aansluitrubber sierkap
Kraandeksel vlotter
Dempplaatje hefboom
Kleprubber wartelmoer
Vastgeschroefd aan waterbuis
was de vlotterkraan beklemd
Hangend in een natte cel
zonder spoor van buitenlicht
Gierend huilend waterval
Klaagzang van de kraan
Voorgoed vergane plastic stop
Dienstig aards bestaan
Aansluitrubber hefboom
Dempplaatje vlotter
Kraandeksel wartelmoer
Kleprubber sierkap
Dit gedicht maakt deel uit van de cyclus “Klusgedichten”.
Den Andel, december 2011