Categorieën
Geen categorie

Bandit 112

De dagen worden alsmaar korter, en de luiken gaan steeds vroeger dicht. Tel daarbij op dat de sneeuw in aantocht is, en u begrijpt dat ik de zolder ben opgedoken om de Peavey Bandit 112 naar beneden te verhuizen, alsmede de Yamaha Pacifica en de wokka-wokka van Vox. De Epiphone laat ik nog even boven, ik moet eerst de nekspieren verder trainen. Over de aanschaf van zowel deze Bandit 112 als de Vox Wah heb ik eerder al eens bericht. Zie de blogs Een wokka-wokka voor de Switch en De Switch haalt zijn gram uit de tijd dat de rockband FEL furore maakte (beide blogs zijn uit 2007; de bestanden hangen aan de officiële website). Het zou me niets verbazen als het aantal meldingen van laag-frequente bromtonen in en rondom Zuidhorn weer gaat toenemen. Ik beloof nu plechtig, dat ik de Bandit ’s nachts van het netstroom haal.

Heerlijk, de geur van opwarmende elektronica…

Alarm! Detail van de Peavey Bandit 112…

Zuidhorn, november 2010

(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)

Categorieën
Geen categorie

De schatkist van de Sint

Met de haren nog nat van het avondlijke bad nestelde de jongste zich in zijn bed. Ik had Otje in de aanslag, en schraapte mijn keel om één van de laatste verhaaltjes te lezen. Tos de kok was gered uit rusthuis Vredelief, en was met Otje op een bankje in Kokkelburg beland. Maar net voordat ik mijn voordracht zou beginnen, startte de jongste (hij is net zes geworden) een indringend gesprek. Met gefronste brauwen keek hij mij aan, en vroeg: “Hoe komt het dat koningen zo rijk zijn?” Ik nam iets te lang de tijd om na te denken, zodat hij zijn denklijn kon vervolgen. “Ze hebben gouden kronen, en wat dacht je van Sinterklaas: die heeft een gouden staf, en ook een gouden reservestaf! Maar hoe komen ze aan al dat geld?” Hij stelde hier tegenover dat hijzelf al héél rijk was. Dat kon ik met vaderlijke trots beamen; zijn spaarzin had hem tot nu toe de som van € 60,01 opgebracht, met trots bewaard in een blauw stoffen portemonneetje van Albert Heijn. Hij was al heel rijk, maar, zo ging hij verder, de Sint en de koningen zijn nóg rijker! Hoe kon het anders dat Sinterklaas al die cadeautjes kon geven; dat moest wel betekenen dat de goedheiligman een erg gevulde – een ‘vet volle’ – schatkist had.

De vragen die hij stelde, kenden een bijzondere intonatie. De door hem geplaatste vraagtekens bij de rijkdom van heren en bisschoppen waren niet uit pure nieuwsgierigheid geboren. Ze kenden een onmiskenbare maatschappijkritische ondertoon. Hoe kwamen die heren in die vreemde mantels aan hun geld? Welke duistere praktijken zijn de oorzaak van die gevulde zakken? Hij leek ervan overtuigd dat onoorbaar gedrag de kroon en de mijter had bekostigd. Hij koos andere woorden, maar de strekking was dezelfde.

Het gesprek viel even stil. Ik bereidde een antwoord voor dat op informatieve wijze, geschikt voor zesjarigen, de oorsprong van de oude klassenverschillen en de macht van de kerk kon verklaren. Oude machtige families, de baas spelen en belasting innen, en veel voor zichzelf houden. Een helder betoog over aristocratie, nepotisme en schandelijke onderdrukking. Arbeiders aller landen, bestijg de barricades! Plots werd echter duidelijk welk ander doel zijn verwoorde gedachten hadden. “Als Sinterklaas zo rijk is,” zo benam hij mij het woord, “dan kan ik toch wel een Märklintrein krijgen? Niet in de schoen natuurlijk, maar als de zak met cadeautjes komt?”

Dat bracht mij en hem terug met de voeten op de materiële aarde. Nou maar zien hoe ik er onderuit kom, want anders dan de jongste stelt groeit het geld de Sint echt niet op de rug. Ik vond het nog te vroeg, om dát omstandig uit te leggen.

Zuidhorn, november 2010

(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)

Categorieën
Geen categorie

Winternacht

Vandaag gepubliceerd op de literaire poëziewebsite Krakatau: het gedicht Winternacht.

Zuidhorn, november 2010

(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)

Categorieën
Geen categorie

Ochtendzon

de nacht in huis
is fel verlicht
om creaturen te verjagen
geen gedonder
onder ’t bed
silhouetten die vervagen

maar zonder duister
blijft de vrees
door het tikken en het kraken
een zacht gesuis
een vreemd gepiep
wat huist er rond de daken

vanwaar die angst
dat beklemd gevoel
waar geen kind ooit
aan ontsnapt
wat maakt de nacht
tot een zware tijd
vol dreiging en gevaar

het antwoord schuilt
in vroegere tijd
door geen levend mens beleefd
want het verlangen naar de
ochtendzon
komt door de vrezen van
de prooi in ons

dicht bijeen
stijf en stil
diep gegrom en
nat gesnuif
speurend naar een spoortje licht
keren de blikken
naar het oosten
zoekend naar de ochtendzon
die de overlevenden
zal troosten

Zuidhorn, november 2010

(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)

Categorieën
Geen categorie

Zwarte kat

Deze dag kende aanvankelijk een vertrouwd verloop. Wat heen-en-weer lopen met mijn ziel onder de arm, licht bedrukt, en gebukt als altijd onder de angst dat de woordenvloed opdroogt. Maar ook vandaag bleven de woorden komen, en het gelukte me ze tot zinnen te lassen. Rond kwart over vijf vond ik het genoeg, en werd het tijd het kroost van de opvang naar huis te bewegen.

Vol gedachten sloeg ik ergens rechtsaf, en schrok. Vanuit struikgewas aan de linkerkant van de weg, nog vol gebladerte, schoot pardoes een zwarte kat voor mijn fiets. Een dik, vet mormel. Ik kneep in de remmen, en raakte het beest nét niet.

Verward vervolgde ik mijn weg. Ik ben niet gelovig, en heb niets met bijgeloof. Maar toch bleef het malen: een zwarte kat op mijn pad. Ik bracht mijn vaart terug tot een trage gang, want ineens realiseerde ik me dat gevaar wel eens in een klein (dood) hoekje kon schuilen. De idee dat de kat wel eens het Beest van het Betere zou kunnen zijn, schudde ik snel uit mijn hoofd.

Had ik het dreigende noodlot kunnen keren door niet te remmen? Zou de werking van de kat – die ik niet erken – geneutraliseerd zijn als ik het beest onder mijn voorwiel had gekregen? Mij is geen bijgeloof bekend, waarbij onheil wordt afgeroepen over hem of haar die een zwarte kat overrijdt.

De hele weg naar de opvang heb ik neurveus om mij heen gekeken. Op een zeker moment meende ik mijn lot getroffen te hebben. Ik kwam mijn vrouw toevallig tegen, die ook op pad was. Niet op de fiets, maar in de auto. Ineens meende ik het te weten. Ik zou frontaal botsen op de nieuwe auto, en de jongens zouden een vader moeten missen.

Het lot was mij goed gezind. Mijn vrouw verleende mij volgens de regels van het RVV voorrang, omdat ik van rechts kwam. Een regel, die veel andere automobilisten in Zuidhorn hebben gemist. Maar daar had ik vandaag gelukkig geen last van.

Al schrijvend bedenk ik mij: wanneer is zo’n vloek uitgewerkt? Duurt die een hele dag? Of vervaagt hij vannacht om twaalf uur?

Ik denk dat ik maar driemaal op mijn hoofd ga staan, en een borrel ga drinken. Baat het niet, het schaadt mij (hopelijk) ook niet.

Zuidhorn, november 2010

(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)