Maanden heb ik erover gedaan: het belopen van de Via Parnassia en het bestijgen van de Parnassus (zie eerdere blog, Het Beest van het Betere). Ik heb geworsteld met het Beest in diepe poelen, en ben tot aan mijn kin in zuigend moeras getrokken. Eenmaal aan de voet van de berg stak de storm op, om mij de loef af te steken. Moeizaam was de rotsige klim naar de top. Maar vlak voor het hoogste punt – de wind woei op zijn hardst – kon ik gelukkig al de eerste strofen oogsten voor het dichtproject Zinnen verzetten. Vanmorgen stond ik helemaal bovenop de berg. De wind nam af, de zon brak door, en ontspannen pluk ik nu de dichterlijke vruchten die zoet en volop groeien aan de lijzijde van de Parnassus.
Ik ben tevreden over de eerste resultaten: de gedichten Waaiend as en Wolf!, alsmede de Lauwersmeerballade. Vanmiddag rust ik een weinig uit, maar vanavond oogst ik verder.
Misschien ga ik tijdens de Poëzieavond in Zuidhorn (11 maart 2011) al een aantal gedichten delen met publiek. De Lauwersmeerballade, tijdloos want van alle tijden, zal er dan zeker bij zitten.
Zuidhorn, december 2010
(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)