Categorieën
Geen categorie

Boekpresentatie “Verhalen met een glimlach”

Op zaterdag 19 november aanstaande zal de feestelijke presentatie plaatsvinden van het boek Verhalen met een glimlach, geschreven door Dick J.H. Guillot en van illustraties voorzien door Koen van der Velden. De wethouder Kunst & Cultuur van de gemeente Winsum, dhr. Philip Broeksma, zal het eerste exemplaar van het boek officieel in ontvangst nemen.

In de verhalenbundel wordt op humoristische wijze een ongebruikelijke blik geworpen op een aantal Nederlandse spreekwoorden en gezegden. Schrijver/dichter Guillot heeft zijn fantasie de vrije loop gelaten door uit te gaan van een meer letterlijke betekenis van Nederlandse uitdrukkingen.
Dick Guillot & Koen van der Velden (foto: Bureau Davids)
De in Den Andel wonende Guillot en Van der Velden kennen elkaar goed. Buiten het zijn van dorpsgenoten hebben ze beiden een achtergrond in de beeldende kunst, en maken ze, met een aantal andere kunstenaars, deel uit van de Kunstgroep Het Hoogeland.

De boekpresentatie op 19 november start om 16:00, en zal plaatsvinden in één van de ruimtes op het erf van de Andelster schrijver/dichter Gritter, die voor Guillot en Van der Velden als gastheer zal optreden. Het erf is te vinden op het adres Kruisweg 6 te Den Andel.
 

 
Den Andel, november 2011

Categorieën
Verhalen

Stop die trein

Mededeling op station Roodeschool:

“Dames en heren. De stoptrein naar Maastricht van acht uur zeventien vertrekt over ongeveer één kwartier. Herhaling: de stoptrein naar Maastricht van acht uur zeventien vertrekt over ongeveer één kwartier. Deze stoptrein stopt op alle tussengelegen stations.”

Mededeling in de trein, vóór vertrek uit Roodeschool:

“Dames en heren. Arriva heet u welkom in de stoptrein: Roodeschool Maastricht. Deze trein stopt te Uithuizermeeden, Uithuizen, Usquert, Warffum, Baflo, Sauwerd, Groningen Noord, Groningen, Zuidhorn, Grijpskerk, Buitenpost, Zwaagwesteinde, Veenwouden, Hurdegaryp, Leeuwarden Camminghaburen, Leeuwarden, Grou-Jirnsum, Akkrum, Heerenveen, Wolvega, Steenwijk, Meppel, Zwolle, Wijhe, Olst, Deventer, Deventer Colmschate, Holten, Rijssen, Wierden, Almelo, Almelo de Riet, Borne, Hengelo, Delden, Goor, Lochem, Zutphen, Brummen, Dieren, Rheden, Velp, Arnhem Velperpoort, Arnhem, Arnhem Zuid, Elst, Nijmegen Lent, Nijmegen, Nijmegen Dukenburg, Wijchen, Ravenstein, Oss, Oss West, Rosmalen, ‘s-Hertogenbosch Oost, ‘s-Hertogenbosch, Vught, Tilburg, Tilburg Universiteit, Tilburg Reeshof, Gilze-Rijen, Breda, Breda Prinsenbeek, Lage Zwaluwe, Dordrecht Zuid, Dordrecht, Zwijndrecht, Barendrecht, Rotterdam Lombardijen, Rotterdam Stadion, Rotterdam Zuid, Rotterdam Centraal, Rotterdam Noord, Rotterdam Alexander, Capelle Schollevaar, Nieuwerkerk aan de IJssel, Gouda, Gouda Goverwelle, Woerden, Vleuten, Utrecht Terwijde, Utrecht Centraal, Utrecht Lunetten, Houten, Houten Castellum, Culemborg, Geldermalsen, Zaltbommel, Boxtel, Best, Eindhoven Beukenlaan, Eindhoven, Helmond Brandevoort, Helmond ’t Hout, Helmond, Helmond Brouwhuis, Deurne, Horst-Sevenum, Blerick, Venlo, Tegelen, Reuver, Swalmen, Roermond, Echt, Susteren, Sittard, Geleen Lutterade, Beek-Elsloo, Bunde, en heeft als eindbestemming Maastricht. Wij wensen u een aangename reis.”

Den Andel, november 2011

Categorieën
Verhalen

De twintig geboden

God, dacht de Heer op enig moment, zijn tien geboden nog eens aanschouwend. De mens heeft zich ontwikkeld, en menig gebod tot de zijne gemaakt, door ze in aardse wetten te vatten of diep te laten verankeren in de zedelijke moraal. Zowel moorden als stelen wordt als aards misdrijf gezien, gelijk het valselijk getuigen over een ander. De eerbied voor vader en moeder heeft de menselijke wet nauwelijks gehaald, maar geldt breedweg als innerlijke norm. Maar, de eeuwen overziend, en denkend te weten wat komen gaat, is bijstelling van node. Want als ik zeg: ‘Gij zult niet moorden,’ dan bedoel ik dat gij een ander niet van het leven mag beroven. Niets meer, maar zeker niet minder. Ik alleen ben verantwoordelijk voor het leven hier op aarde, en het is mijn voorrecht alleen het weer tot mij te nemen. Moorden is uit den boze, dus ook het doden uit mijn naam. Zo ook het doden, om het geloof in mij aan anderen op te dringen. Slechts door inzicht en vrije persoonlijke inkeer kan het ware pad worden bewandeld. Al dit leek mij destijds evident, toen ik de tafelen met tien geboden toonde, maar de mens meent, zo moet ik tot mijn eeuwige verdriet erkennen, anders. Ik zie tochten, aangevoerd door het kruis, en oorlog mijnentwege. Ik voel dwang, ik zie bloed, ik hoor ijzers sissen in het vuur. En hoewel de vrouw wat klunzig uit de man voortkwam – ik kon er destijds echt niets beters van maken – heb ik nimmer gewild dat de vrouw door de man zou mogen worden onderdrukt of op enigerlei wijze zou mogen worden uitgebuit. En mocht een man met een man willen verkeren, dan wel een vrouw gelijkelijk met haars gelijke: laat ze met rust. De drang de soort te verspreiden, hetgeen mij nog immer van immens belang lijkt, zal daaronder in het geheel niet lijden. Het wordt derhalve tijd, de geboden te herzien. Bestaande verdienen opschoning, nieuwe dienen toegevoegd. Nu moet ik nog een manier verzinnen, om mijn nieuwe wetten tot de mens te laten komen. Om te zorgen, dat ze in de plaats van de oude treden, opdat onnodig bloedvergieten en misbruik van kerkelijke macht in de jaren die komen gaan worden voorkomen. Ik zal een wijze van presenteren moeten verzinnen, die niets te gissen overlaat: “Hier is uw Heer, met de nieuwe geboden, twintig in getal”.

Hajo de Lange liep de lange weg naar Groningen. Rechts van hem was de zon doende zijn klim naar het middaguur te voltooien. Achter hem, een uur teruggaans, lag herberg D’olle Drent, waar hij de afgelopen nacht met veel kabaal was uitgegooid omdat hij zou hebben zitten sjoemelen met dobbelen. De laatste uren van de nacht had hij noodgedwongen in een droge greppel doorgebracht, van binnenuit verwarmd door het zure bier dat hij in grote pullen had genuttigd.

Nu het voorjaar gaande was, hoopte Hajo snel emplooi te vinden op één van de boerenplaatsen in de buurt van de stad. Er diende geploegd te worden, en hopelijk kon hij ergens blijven tot en met de oogst. Misschien lukte het hem zelfs om het aan te leggen met een dochter van een boer. Hajo was geboren in 1398, en volgde het pad naar de stad in 1423. Het was dus de hoogste tijd voor een vaste vrouw.

Hajo verliet de weg, en zocht bij gebrek aan bomen in de omgeving een bosje om tegenaan te urineren. Hij trof een kardinaalsmuts, die tot zijn kruis reikte. In het zicht van de Sint Walburg, nu een smalle paal in de verte, ontwarde hij de knoop van zijn voddige broek, en liet deze zakken. Wijdbeens stond hij daar, op elzen klompen.

Op het moment dat zijn plas de bladeren van het bosje bereikte, vatte de struik vlam. Hajo deinsde achteruit, struikelde achterwaarts over een kei en viel op de grond, zijn broek op de klompen. Vlug stond hij op, hees zijn broek omhoog en staarde naar het groen dat vlam had gevat.

Eerst dansten de vlammen woest, tongen werpend. Water siste uit de groene twijgen, droogverbrande takken verpulverden. Maar langzaam zakte het vuur in, rokend zoekend naar zuurstof. Eerst nauwelijks hoorbaar, maar steeds luider, hoorde Hajo nu een stem, komend uit het droge bosje. De stem riep zijn naam. ‘Hajo! Hoor mij aan! Hajo!’ De stem klonk diep, en iets geschuurd. Hajo kreeg kippenvel, en dacht aan het zure bier dat in D’olle Drent werd geschonken. ‘De volgende keer wat minder,’ mompelde hij. Hij hief zijn rechtervoet omhoog, en trapte in het bosje, dat omviel. Rook kringelde omhoog.

De stem leek een kuchend geluid voort te brengen, en stierf weg. Hajo draaide zich om, en vervolgde zijn weg, op zoek naar vrouw en veldwerk. Aan het voorval dacht hij nimmer meer terug.

Sedertdien is niets meer gehoord van de Brenger, noch van de Twintig geboden die nimmer bij de mens werden afgeleverd.
 
Den Andel, november 2011

Categorieën
Poëzie

sterrenbeelden

sterrenbeelden
lang geleden
stuiplicht uit het al
groots immens
buitenmaats
fotonen door eonen

zie ze stralen
zwart gordijn
nachtelijke wacht

totdat de kleine zon
de sterren sterven doet

en ik weer denk
aan doodgewoon
elke dag
wederom
telkens weer opnieuw

Den Andel, november 2011

Categorieën
Geen categorie

Aandacht voor de boekpresentatie!

Vandaag (4 november 2011) gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden:

Den Andel, november 2011