I
donderslagen dreunen door valleien, niets of niemand die het hoort
de aarde brandt, de aarde stolt, moeder aarde rondt haar lijf
zuren kolken, eiwit kookt, cellen schuilen samen
een stil proces, van plan gespeend, zonder zin en zonder reden
eeuwen schrijden voort, miljoenen jaren slechts een zucht
golvend hort het leven, het sterft en stilte volgt
maar plots dat zaad vol zelfbehoud, het vliegwiel van het wonder
voorwaarts plant het voort, met onbelaste lust
aan de rand van het bord sliert het leven op het land, adem zuigend
poten schragen weke wezens, gedreven door zichzelf
langzaam kruipend, warme grond, over moeders buik de wereld in
miljarden speelkwartieren
II
spelend danst het slimme kind, op poten balancerend
de aarde is een paradijs, vol lentegroene kansen
op de schouders van zijn broeders reikt hij vruchten naar beneden
in de verte gloort een vreemde vorm, op zoek naar wild vertier
het bestaan is hard maar redenloos, leven om te leven
in de verte gloren bergen, met wolken rond de top
de kinderstroom golft langzaam voort, de wens zit in zijn wezen
reikhalzend naar nieuw avontuur, des nachts de tijgers vrezend
elke dag een nieuw begin, vol kansen en gevaren
hij werpt stammen in de zee, op bomen drijft de stam
basale wensen, zonder zin, slechts door nood en drift gedreven
en in wezen om die reden in aards geluk gedrenkt
III
zie daar de mens, gezegend met een brein dat zonder grenzen groeit
hij zet de wereld naar zijn hand, ziet de sterrenhemel
waar zijn reizen hem zal brengen, vooreerst als waarheid in zijn hoofd
maar eens onder handbereik
gelijk een molen maalt de mens gedachten, zoekt een reden voor zijn wezen
een zinloos leven is een ledig leven, zo stelt zijn brein het voor
in weerwil van zijn oorsprong, de eiwitrijke soep
stelt hij telkens weer zijn vraag: waarom, waarom, waarom
maar deze vraag misleidt, luidt hooguit ‘hoe’
zijn leven is een wonder in zichzelf, het proces nog niet beschreven
hij is een vrucht van moeder aarde, toeval heet de vader
zinloos is zijn zoeken naar een zin, zinledig zijn bestaan onder zijn gelijken
Den Andel, juli 2013