Over een dikke maand brandt onze haard niet langer in Zuidhorn, maar in Den Andel. Vanwege de ligging van dit mooie dorp, en de hang naar mobiliteit, vonden we het nodig ons wagenpark uit te breiden met een extra vierwieler. Het moest een kleintje worden, laag in de vaste lasten. Het oog viel al snel op een Fiat Seicento uit 2000.
We troffen de auto in één van de garagebedrijven van Surhuisterveen. Op onze rit naar het Friese dorp reisde de geest van Meindert Talma mee. Onze oudste, die Talma had horen zingen tijdens de Poëzieavond Zuidhorn, deed op de achterbank een meeslepende imitatie door compleet met overslaande stem de naam van het dorp te scanderen.
Na een nerveuze proefrit – de benzinemeter alarmeerde vrijwel constant dat de tank leeg was – besloten we de kar te kopen. Vuurrood, met sportvelgen, en aan de achterkant voorzien van heuse Goodyear banden. De verkoper betitelde de Fiat als een boodschappenautootje, hetgeen ons onwerkelijk voorkwam. Als we met z’n vieren ouderwetse weekboodschappen met de Fiat zouden moeten doen, zouden we van alles tekort komen. Nee, inkopen doen we met onze Roemeense vrachtauto: de Dacia. Laaddeuren open, en schuiven maar.
De Fiat Seicento 1100 i.e. Hobby, klaar voor een picknick bij de gasopslag Grijpskerk
Het had weinig gescheeld, of deze jonge schrijver/dichter had de aankoop van de auto niet overleefd. Bij het ophalen van de kentekenpapieren parkeerde ik de Dacia op een tegenover het garagebedrijf gelegen parkeerterrein, hectares groot en helemaal leeg. Het behoorde tot een andere onderneming, die de klandizie kennelijk iets te rooskleurig had voorgesteld. Terwijl ik het parkeerterrein opliep, met de papieren van de Fiat, had ik de euvele moed mijn sigaret uit te trappen op de lege, smetteloze parkeerplaats. Dit leidde tot heftige reacties van enkele schaftende lieden, die daarmee vooral wilden aangeven: niet parkeren op ons lege terrein! We willen hier geen auto’s! Terwijl ik snel het parkeerterrein afreed, zag ik in mijn achteruitkijkspiegel nog net een dubbelloops jachtgeweer blinken. Vort, vreemde! Wees niet welkom als klant in Surhuisterveen! Opmerkelijk was, dat de persoon die mij aansprak een randstedelijke tongval had. Misschien had hij een hekel aan het dorp en de mensen die de lokale nering bezoeken.
Harde sportbandjes op de Seicento Hobby
De auto heeft zich tot nu toe goed gehouden. Een rondritje in het Wetserkwartier, met picknickmand in de “kofferruimte”, en enige zakelijke tripjes op het Hoogeland, gingen goed. Hopelijk beleven we meer dan één goed jaar met de Italiaanse-met-sportbandjes.
Zuidhorn, mei 2011
(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)