Categorieën
Graven met Gritter Verhalen

Graven met Gritter #1 – Een dubieuze afkomst

Als mijn stamboom in de mannelijke lijn wordt teruggevolgd ontstaat in eerste instantie een traditioneel beeld. Mijn vaders vader heette Jan, diens vader heette Johannes, daarna kwam weer een Jan en vervolgens was er weer een Johannes. Het zou niet verbazen als de volgende in de lijn wederom een Jan zou zijn geweest. Het geval wil, dat dit mogelijk zo is. Of het klopt, is de vraag. Wat zeker is, is dat de stamboom voor wat betreft de mannelijke lijn bij de laatste Johannes stopt en overschakelt naar een vrouwelijke voorouder. Wie de vader is van deze Johannes, die in zijn werkzame leven koopman, schaapsherder en winkelier is geweest, is onduidelijk. Hij is volgens de stamboom namelijk het kind van ‘oudgrootmoeder’ Jantien Alberts Gritter (ook wel ‘Grutter’ genoemd) en NN. Geen officiële Jan, maar wel Jantien.

De achternaam Gritter komt in mijn tak dus uiteindelijk van Jantien, want ook haar zoon Johannes kreeg haar familienaam. Maar of iedereen hem zo kende?

Jantien (1793-1873) stond in 1869 nog in de boeken als arbeidster. Of ze in dat jaar, op haar zesenzeventigste, nog steeds als zodanig de kost verdiende, is onbekend. Bij haar overlijden was ze in ieder geval ‘zonder beroep’. Wel kan worden achterhaald dat ze in haar leven moeder is geweest van in totaal zeven kinderen. Dit betroffen een zoon uit haar eerste huwelijk, drie zonen en een dochter uit een tweede huwelijk, een dochter uit een onbekende derde relatie en Johannes uit een onbekende vierde relatie. Met de vierde partner zou ze sinds 1836 hebben samengewoond. Johannes zelf is op 10 juni 1837 geboren in Ruinen.

Hoewel de vader van Johannes in de stamboom wordt aangeduid met NN, is zijn mogelijke naam bewaard gebleven in de familieherinnering. Mijn vader, helaas overleden, heeft mij de vermoedelijke naam én het beroep doorgegeven van onze gezamenlijke – officieel onbekende – voorouder. Als ik me de gesprekken met mijn vader goed herinner, was hij niet helemaal zeker. Er was een aarzeling in zijn stem. Ook hij moest het natuurlijk doen met een herinnering, een familieverhaal. Feit is wel dat mijn vader menig voorouder heeft gekend en daardoor een directere lijn had met zijn voorgangers. Hij was zelf geboren in 1933. Johannes, de zoon van Jantien, overleed in 1922, zodat hij die natuurlijk niet heeft kunnen meemaken. Wel heeft hij een zoon van die Johannes moeten kennen: mijn eigen vaders overgrootvader Jan. Die is namelijk overleden in 1948. Ook een zoon van deze Jan, mijn vaders opa Johannes (overleden in 1981) en zijn eigen vader Jan (overleden in 1956) waren aanwezig in zijn leven. Ter vergelijking: zelf heb ik, buiten mijn vader, geen van deze heren gekend. Waarom dit ook de in 1981 overleden ‘laatste’ Johannes betreft (mijn overgrootvader dus) is voer voor een ander bericht.

Johannes kreeg zijn officiële achternaam Gritter van zijn moeder Jantien. Maar volgens mijn vader was hij in Ruinen vooral bekend onder een andere achternaam. Dat was de familienaam van zijn vermoedelijke vader. De zoon van Jantien werd in het dorp Johannes Kel genoemd en Johannes’ vader zou Jan Kel heten. Zijn beroep, in ieder geval in de herinnering van mijn vader: marskramer. Ik stel me voor dat de man op een goede dag – met zijn nering op de rug – stoffig door stuifzand en vermoeid door een lange voettocht bij Jantien aanklopt, die hem binnenlaat opdat hij haar zijn waren kan tonen en hij bij de haard kan aansterken met koffie en jenever.

Het verhaal eindigt hier niet. Ik heb namelijk enkele bronnen gevonden waaruit blijkt van in ieder geval ‘een’ band tussen Jantien Alberts Gritter – de moeder van Johannes – en ene Jan Kel, volgens de overlevering de vader van de in 1837 geboren Johannes. Een eerste bron betreft de geboorteaangifte van Johannes. Wat blijkt: de komst van de kleine Johannes is aan de autoriteiten gemeld door… Jan Kel.

Deel aangifte van de geboorte van Johannes (bron: Drents Archief (online); Geboorteregister Ruinen 1837, archiefnummer 0165.023, inventarisnummer 1837, aktenummer 28)

Uit de aangifte volgt dat Jan Kel – zo kan de met vulpen geschreven naam in elk geval gelezen worden – op 12 juni 1837 verscheen voor de burgemeester van Ruinen, Jhr. mr. Hendrik Gerard van Holthe tot Echten, om te verklaren dat Jantien Alberts Gritter, oud veertig jaar (maar in werkelijkheid ouder), op de tiende juni 1837 des avonds om vijf uur bij Jantien thuis is bevallen van een zoon, aan wie hij – Jan Kel – de naam Johannes gaf. De aangever zou 52 jaar zijn geweest en wever van beroep. De aangifte is uiteindelijk niet mede ondertekend door Jan, maar door twee getuigen: een schoolonderwijzer en een ‘landbouwer’. Jan Kel verklaarde namelijk “zijn naam niet te kunnen schrijven, als hebbende zulks niet geleerd”.

Deel 2 geboorteaangifte Johannes (bron: Drents archief (online); Geboorteregister Ruinen 1837, archiefnummer 0165.023, inventarisnummer 1837, aktenummer 28)

Een wever is geen marskramer, maar mogelijk bleek dat Jan Kel, nadat hij eenmaal was neergestreken in Ruinen en de liefde van zijn leven had gevonden, meer in zijn mars had dan enkel huishoudelijke waren.

Een ander verband tussen Jantien Alberts Gritter en Jan Kel volgt uit de overlijdensakte van Jan.

Overlijdensakte Jan Kel (Bron: Drents Archief (online); Overlijdensregister Ruinen 1842, archiefnummer 0167.023, inventarisnummer 1842, aktenummer 22)

Uit de verklaring volgt dat Jan Kel, wever van beroep, geboren in het Overijsselse Hengelo in 1785, zoon van Johannes Kel en ene Aaltien, op 10 juni 1842 om zes uur ’s ochtends is overleden. Precies op de vijfde verjaardag van Johannes. Plaats van overlijden: Ruinen, ’ten huize’ van de weduwe Albert Lukas Kuik. Deze Albert treffen we in de familiestamboom aan als de in 1828 overleden eerste echtgenoot van… Jantien Alberts Gritter.

Een interessant gegeven uit de verklaring is dat Jan Kel gehuwd was. Een nadere zoektocht leert dat hij in 1813 is getrouwd en vader was van vier kinderen, waarvan de jongste is geboren in 1821. Zijn vrouw, Femmetje Klaver, overleed in Meppel in 1853. Hoe Jan in Ruinen is terechtgekomen om daarna – althans dat vermoed ik – niet meer terug te keren naar zijn vrouw, is in nevelen gehuld.

De Jan Kel die hier wordt opgevoerd komt in stamboomonderzoek terug als zijnde geboren op 1 oktober 1786 en overleden op 10 juni 1842. Het in de overlijdensverklaring genoemde geboortejaar 1785 lijkt te berusten op een vergissing.

Diverse bronnen wijzen dus op een band tussen Jan Kel en mijn oudgrootmoeder Jantien. Daar komt de herinnering van mijn vader nog eens bij. Of ik daarmee mede afstam van wever Jan Kel, die wellicht als marskramer heeft rondgetrokken? De afkomst blijft dubieus.

Den Andel, oktober 2020

[In dit verhaal is, naast materiaal uit het Drents Archief, gebruik gemaakt van diverse genealogiesites en online stambomen, zoals Henglias, Genealogie Online en de genealogiepagina’s van Gerrit Speek.]