de nacht in huis
is fel verlicht
om creaturen te verjagen
geen gedonder
onder ’t bed
silhouetten die vervagen
maar zonder duister
blijft de vrees
door het tikken en het kraken
een zacht gesuis
een vreemd gepiep
wat huist er rond de daken
vanwaar die angst
dat beklemd gevoel
waar geen kind ooit
aan ontsnapt
wat maakt de nacht
tot een zware tijd
vol dreiging en gevaar
het antwoord schuilt
in vroegere tijd
door geen levend mens beleefd
want het verlangen naar de
ochtendzon
komt door de vrezen van
de prooi in ons
dicht bijeen
stijf en stil
diep gegrom en
nat gesnuif
speurend naar een spoortje licht
keren de blikken
naar het oosten
zoekend naar de ochtendzon
die de overlevenden
zal troosten
Zuidhorn, november 2010
(Dit bericht is eerder gepubliceerd op de oude Weblog Gritter)