Categorieën
Poëzie

Stilstand

ik zag hem lopen, kromgebogen
in zijn grijze pij van wol
ernstig stoffig zuur
keek hij eisend op mij neer 
zijn hoofd bewoog
van links naar rechts
van rechts naar links en terug
een langzaam nee, nee, nee
een vinger kroop
uit zijn pij vol stof
daarna de hand, de arm
de vinger stond op

bewoog in het vlak
lippen dansten, geen geluid
de ogen klein geknepen

de arm, de hand

de vinger
slopen terug
in de pij van stof

als een oude man, sloffend

hernam hij zijn trage gang
stroef, want hij hield
een voet op de rem

Den Andel, november 2012

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *